Sint Eustatius |
voor het eerst camera mee met duiken...
Statia, 17 januari 2015.
Vrienden,
De beklimming van onze vulkaan kan worden bijgeschreven als gebeurtenis in 2014: op Oudjaarsdag hebben Bart en Jan de berg beklommen en genoten van het uitzicht op het panoramapunt. De overgang van 2014 naar 2015 hebben we bij Hans en Joske gevierd, samen met Maurice, Rob, Geertruida en Hans. Het nieuwe jaar werd ingeluid met (klein, mooi en helemaal geen knallend) vuurwerk vanaf Fort Oranje en met sirene en zwaailicht rondrijdende hulpdiensten.
Nieuwjaarsdag was verder heel rustig: werkelijk niets was open. Bij de duikschool hebben we onze eigen bescheiden nieuwjaarsduik gehouden: gewoon met samen de zee in! Vrijdag 2 januari gezellig gegeten bij de buren Michael en Kathy: na een drankje buiten op het "deck" hebben we verder binnen gezeten omdat het zowaar fris was.
Sprekend over het weer: het winterseizoen heeft heus zijn eigen karakter. Niet alleen is het nog donker als om half zes in de ochtend de wekker gaat, ook is het winderig en regenachtig. Als ik het zo schrijf komt het woord herfst in mij op en dat klopt ook wel alleen is de temperatuur, hoewel relatief laag, toch nog altijd comfortabel ruim boven de twintig graden Celsius. Het is ons nu al een paar keer overkomen dat we door regen en heel harde wind binnen hebben gegeten en de rest van de avond binnen zijn gebleven, en dat terwijl we doorgaans toch echt buiten op de porch leven. Ook hebben we wat minder gezwommen omdat er heel veel stroming stond en een sterke branding met hoge golven waain het het bijna niet mogelijk was op de been te blijven.
Op school is het normale leven ook weer teruggekeerd. De eerste dag na de kerstvakantie begon gepast met een Assembly met natuurlijk een gebed, het volkslied en alle goede wensen. Het kost weliswaar een lesuur maar in termen van saamhorigheid heeft een dergelijke traditie toch zijn toegevoegde waarde. Het is natuurlijk slecht meetbaar maar, voor wat het waard is, geeft het mij (en wellicht ook anderen?) een goed gevoel! Ook Mia is weer begonnen met het leesprogramma in de bibliotheek.
Als het aan de leerlingen ligt is ook de eerste week na de vakantie er een waarin niet teveel moet worden gedaan en huiswerk is wat hen betreft al helemaal taboe. Maar ja, het ligt in dit opzicht dus niet alleen maar aan de leerlingen en al snel hervindt het programma dan ook zijn natuurlijke ritme. De vijfdeklassers zien de eindstreep naderen: het diploma gloort aan de horizon! Het is nu nog slechts een kwestie van de laatste hoofdstukken plus nog enkele oude examens. En voor de overigen is er de beloning van het overgaan die ligt te wachten. Laten we hopen dat slechts weinigen zullen worden teleurgesteld - misschien wel niemand! - in hun verwachtingen.
In de week eindigend op vrijdag 9 januari was Margreth weer een paar dagen op het eiland (vanuit de Rijksdienst Caribisch Nederland op Bonaire). Die vrijdag eten we met zijn drieën beneden aan het water, bij Blue Bead. Het is heel gezellig en en passant bespreken we lokale politieke dingen. We zijn het er over eens dat wanneer je Statia net leert kennen, je met een Europees Nederlandse blik tot de conclusie zou kunnen komen dat het maar een rommelig eiland is met veel gaten in de weg en zo. Als je echter wat langer hier, of breder: in Caribisch Nederland, rondloopt of -rijdt dan vallen die dingen niet eens meer op. Dan blijft vooral het vriendelijke karakter van de bewoners je op het netvlies staan. Iedereen groet elkaar en dat geeft toch wel een speciaal gevoel van gezellige saamhorigheid.
En als de regelmaat geheel is teruggekeerd wordt er al weer gesproken over de voorjaarsvakantie van februari. Maar eerst komt (schoon)zus Mok nog deze kant op. Daarover lezen we vast in de volgende nieuwsbrief meer. Nu eerst dit exemplaar verzenden!
Groeten,
Mia en Jan.
P.S. Vanmiddag voor de eerste keer een camera bij me met het duiken en dus onder water wat gekiekt. Op weg naar de duikplaats werden we getipt dat er walvissen in de buurt zijn (de walvistrek is inderdaad in deze periode en loopt langs ons eiland). Na enig zoeken en met wat geduld was er in de verte inderdaad wat te zien: een rug, een staart, en dat een keer of drie. Allemaal te ver weg en te kort om er een goede foto van te nemen, maar toch leuk. Kortom, je ziet bijna niets, en toch is het bijzonder!